Volwassen konijnen kunnen prima het hele jaar door buiten worden gehouden. Als ze buiten gewend zijn, ontwikkelen ze een wintervacht waarmee ze zich ook bij strenge vorst warm kunnen houden. Zorg er wel voor dat de konijnen zich warm kunnen ingraven in bijvoorbeeld een dikke laag stro en dat het nachthok wind- en waterdicht is. Plaatst het hok zo dat er geen noordenwind in kan waaien. Als het erg hard vriest en het waait, kan het nuttig zijn om vooral ’s nachts ook het open deel van het hok af te schermen met bijvoorbeeld plexiglas of een deken zodat er geen koude wind in waait. Natuurlijk moet er wel lucht in het hok kunnen komen dus dek niet de hele voorkant af.
Zorg er bovendien voor dat u tenminste twee konijnen hebt, konijnen zijn gezelschapsdieren en houden elkaar bovendien lekker warm.
Heeft u een hok met een ren daaraan vast, dan kunt u de konijnen zelf laten kiezen waar ze willen lopen. Veel buitenkonijnen vinden sneeuw best leuk. Ze zullen zelf hun hok weer in gaan als ze het te koud krijgen.
Controleer het drinkwater tenminste twee keer per dag en vervang het zodat het niet weer bevriest. Drinkflesjes zijn met vorst minder handig, omdat het drinktuitje snel vastvriest. Een waterbak in het binnenhok bevriest minder snel.
Neem buitenkonijnen ’s winters niet steeds mee naar binnen, konijnen kunnen namelijk slecht tegen temperatuurwisselingen.